Bekijk alle cursussen en congressen

Er zijn 5 aankomende evenementen
Als eerste erbij zijn?
Blijf op de hoogte via onze nieuwsbrief.

Schitterende verlatenheid

Stijn Thoolen is door de European Space Agency (ESA) geselecteerd om van november 2019 tot en met begin 2021 onderzoek te doen op Concordia, Antartica. In de maanden in aanloop naar en tijdens dit avontuur zullen we zo nu en dan een update van Stijn ontvangen over zijn bevindingen op dit kleine, geïsoleerde stukje wereld. Vandaag het vierde stuk: waarin hij ons meer verteld over de zomer (én de zomer vibes) op Concordia.

Concordia, 2 januari 2020; Zonlicht: 24 uur; Gevoelstemperatuur: -25°C; Gemoedstoestand: gaat lekker.

Het is best een gezellige bedoeling vandaag, dus laten we er maar wat leuks bij opzetten. Mag gerust op repeat. Little Green Bag – George Baker Collection.

Het is een heerlijke zomerdag. Er is nog minder wind dan normaal (met constante zomertemperaturen, vrijwel altijd een strakblauwe lucht en weinig weersveranderingen zijn we vooral geïnteresseerd in wind), dus ik durf wel in t-shirt naar buiten te gaan vandaag. Dat de zon me door de reflectie in de sneeuw van alle kanten aanvalt en ik hoogstwaarschijnlijk ga verbranden boeit me even niet. Het is misschien wel mijn enige kans dit jaar (en ik stel me zo voor dat ik over enkele maanden terug ga kijken op deze dag precies zoals jullie op dit moment denken aan die dagen aan het strand, of onder de groene bomen, in de warme zon…). Het is druk vóór het station. Links wordt een leeg rek weggesjouwd, rechts worden dozen gesorteerd, achter me worden die middels een mensenketting een container ingedragen, en voor me takelt de groene ‘Merlot’ het zwaarste spul. De chaos heeft wat weg van een drukke markt op het dorpsplein (maar dan net een beetje anders). Iedereen helpt een handje mee om de paar 1000 kilo’s aan voer te organiseren die de ‘traverse’ heeft meegebracht. Die was hier gisteren na een dag of tien over het ijs eindelijk gearriveerd. Een enorme logistiek. Je zou kunnen stellen dat al het eten mooi op tijd binnengekomen is, na dat monster-oudjaarsdiner (ik heb nog nooit zoveel eten gezien, niet leuk meer) van twee dagen geleden. Maar nu ik hier met mijn eigen ogen zie wat er in die containers en in het station wordt opgeslagen, maak ik me geen zorgen meer dat we deze winter zullen verhongeren.

Brandstof, levensmiddelen, materiaal, en het allerbelangrijkste: mijn persoonlijke 110 kilo aan plezier. De traverse gaat in de zomerperiode enkele keren op en neer vanaf de kust naar Concordia, over de ijskap, ter bevoorrading van het station, zodat wij met gerust hart de winter in kunnen.
De traverse gezien door de Franse Pleiades satelliet op 700 kilometer hoogte. Het ziet er maar kwetsbaar uit. Credits: CNES

De zomer lijkt wel één groot feest. Ik heb mezelf inmiddels geïnstalleerd in het ESA lab, en binnen onze DC16 crew, die vooralsnog allemaal even bereid zijn om met mijn biomedische onderzoeksprojecten mee te werken (ook het ESA lab is een feest). Om de zoveel dagen landt er weer een vliegtuig om een nieuwe lading gasten of materiaal af te leveren, en oude op te halen. Niemand woont hier namelijk permanent (al worden sommigen na te veel zomercampagnes bijna als meubilair beschouwd). We zijn allemaal te gast, en allemaal werken we hier aan één gemeenschappelijk doel: wetenschap.

Groeten van DC16 in zomersfeer. Credits: IPEV/PNRA – S. Guesnier.its: IPEV / PNRA – S. Guesnier.
Geïnstalleerd in het ESA lab. Nu het HOMAIR project ook in de behoeftes van Nederlanders voorziet, maak ik me geen zorgen meer.

Op dit moment zijn er zo’n 70 mensen hier in Concordia. Een prachtige verzameling van de meest uiteenlopende achtergronden, maar met datzelfde doel, en allemaal even idioot om te bedenken dat Antarctica interessant genoeg is om het comfort van thuis voor te verlaten. Seismologen, timmermannen, glaciologen, klimatologen, elektriciens, monteurs, meteorologen, astronomen, loodgieters, natuurkundigen, medici, koks, ICTers, een schoonmaker, en een stationsleider. Het maakt een levendige bedoeling, en zorgt ervoor dat er naast blogs schrijven genoeg te ontdekken is.

Concordia van bovenaf. Laboratoria en wetenschappelijke instrumenten liggen verspreid rond het station. Credits: CNES

Deze zomer worden hier 35 wetenschappelijke projecten uitgevoerd. Iedere dag wordt er een weerballon losgelaten die op een hoogte van ongeveer 30 kilometer bijdraagt aan onze weersvoorspellingen. In een grot 12 meter onder de grond worden metingen gedaan als onderdeel van een globaal netwerk ter observatie van aardbevingen. Op de 40-meter hoge ‘American tower’ heeft ESA instrumenten geïnstalleerd om met satellieten te communiceren die onze aarde vanuit de ruimte in de gaten houden. Meerdere keren per dag schiet er een laser de lucht in om de eigenschappen van onze atmosfeer beter te begrijpen. Tegelijkertijd proberen telescopen nieuwe planeten te ontdekken die lichtjaren van ons vandaan rondom nabijgelegen sterren draaien, en weer ergens anders wordt naar de radioactieve straling gekeken die vanuit de ruimte en vanaf onze zon Concordia bereiken. Aan de hand van fysieke en chemische eigenschappen van verzamelde sneeuw leren we beter begrijpen hoe ons klimaat over de jaren is veranderd, en wat voor effecten dat kan hebben voor onze toekomst. Wist je dat je in deze sneeuw zelfs de sporen van een vulkaanuitbarsting in Indonesië van bijna 60 jaar geleden kan terugvinden? En van de hoogtijdagen van het nucleaire tijdperk in de vorige eeuw? Wat er op de andere kant van onze planeet gebeurd is, heeft zelfs hier, aan het einde van de wereld, zijn gevolg. En zo ligt 35 kilometer verderop ‘Little Dome C’, ons kleine broertje. Het plan is om hier de komende jaren zo’n twee kilometer de diepte in te boren. Dat is misschien niet zo diep als het wereldrecord van 3270 meter dat het historische EPICA project hier op Dome C in 2004 bereikt heeft, maar er wordt verwacht dat de opgeboorde ijskernen van 1.5 miljoen (!) jaar oud ons wel twee keer zo ver terug in de tijd laten kijken (het ijs hier is eigenlijk een soort dagboek van de wereld). Zo leren we hoe het klimaat van onze aardbol er uit heeft gezien voor het Pleistoceen (en dat is relevant voor redenen die ik hier niet kan opnoemen). Ongelooflijk! Het is hier eigenlijk één groot bijzonder museum, waar we leren over ons verleden, en voor onze toekomst.

Ondergronds richting de 12-meter diepe ‘sismo cave’, waar we met een constante -55°C vast kunnen wennen aan de winter.
We hebben hier zelfs een McDonalds. Maar deze zoekt naar exoplaneten.

Niet alleen wetenschappelijk gezien is het hier feest. Het is ook bijzonder op cultureel gebied. Op een paar verdwaalde Amerikanen en Zwitsers na is iedereen hier Frans of Italiaans. Over het eten hoef ik me dus zoals we al gezien hadden geen zorgen te maken (in tegenstelling tot mijn gewicht misschien), en het is een luxe om op deze manier aan mijn talen te werken (en aan mijn tafelvoetbalvaardigheden). Het is best interessant om de verschillen op te merken, in zowel werkcultuur als in vrijetijdsbesteding. Groepsvorming lijkt dan ieder jaar helaas toch onvermijdelijk (het is altijd gemakkelijker om bij je gewoonten te blijven), en terwijl de Italianen lekker Italiaans zijn en de Fransen lekker Frans, zit ik er mooi tussenin. Perfect. Niet alleen omdat ik als ‘neutraal’ persoon de boel zo een beetje kan overzien, maar met name omdat het me in staat telt om hier en daar een sarcastisch grapje uit te voeren. Er is namelijk meer dan alleen Frankrijk of Italië.

Taadaa, het Nederlandse bedlaken wappert eindelijk ook op het dak.

Zo is er bijvoorbeeld de ‘Spacca Ossa’, misschien wel de meest exclusieve nachtclub ter wereld en de lijm van Concordia die ons allemaal weer even als één laat voelen. Een prachtig tafereel voor de zaterdagavond, waarvan ik met jullie geen foto’s ga delen. Ons weekend begint iedere week op zaterdagmiddag, en eenmaal uitgewetenschapt en uitgefeest is er nog veel meer aan plezier te beleven. Een thuisbioscoop, woonkamer met pool- en tafelvoetbaltafel, een overdosis aan Franse stripboeken (nooit geweten dat dat een ding was), een nog veel grotere hoeveelheid aan muziek en films op de gemeenschappelijke harde schijf (met name de filmpjes met bikini’s en palmbomen draaien overuren op tv), een verzameling muziekinstrumenten, gezelschapsspelletjes, de ‘Atomic Sausage’ (een geweldige in elkaar geknutselde sneeuwscooter over datum die officieel misschien niet in dit rijtje thuishoort), een sportschool, een stevige pot rugby of volleybal in de sneeuw, en dan heb ik mijn persoonlijke plezierdoos nog niet eens uitgepakt. En dan, om nog even in de zomersferen te blijven, is er het strand. Ik zal het gesprek over de radio, dat tussen al die serieuze gesprekken door nergens op sloeg, nooit vergeten: “Houston, voor Stijn. We gaan naar het strand.” “Copy, Stijn”.

Concordia Beach. Uitzicht over een eindeloze ijszee, en met een beetje fantasie lijkt het gepiep van de voertuigen op de achtergrond best op een stel zeemeeuwen.

Een feest dus. Soms lijkt het hier wel een driesterrenhotel, met alles voorhanden. Soms lijkt het allemaal zo normaal, dat we er nog eens verwend van zouden raken. Maar aan dat oudjaarsdiner van twee dagen geleden, waar alles in overvloed was, sprak ik met Vivien, onze technische chef die dit jaar aan zijn tweede overwintering in Concordia begint. Het is een valse zekerheid, vertelt hij me, en dat klopt ook wel (staat dat muziekje nog op repeat? Die mag nu wel weer uit). We zijn nog altijd in Concordia, één van de meest extreme en geïsoleerde plekken op aarde. Het is niet moeilijk om je in te denken hoe snel een kleine fout hier om kan slaan in een enorm probleem. Wat als de traverse niet komt opdagen? Wat doen we zonder vers voedsel, of nog belangrijker, zonder brandstof? De ‘Astrolabe’, de boot die van Tasmanië naar kuststation Dumont d’Urville vaart met al die goederen die uiteindelijk met de traverse naar Concordia worden gebracht, moest onverwachts gerepareerd worden begin deze zomer. De hele logistiek lag op zijn kop, de traverse was vertraagd, en het was even hopen dat we tot die tijd voldoende reserves hadden. En wat als er brand uitbreekt? Of als iemand ziek wordt? Ik ben zelf al een paar keer met pijn in mijn vingers naar binnen gerend, en met meerdere bevroren vingers op het station, enkele vrij serieuze gevallen van hoogteziekte (we hebben hier 35% minder zuurstof in de lucht dan thuis), en later zelfs een auto-ongeluk dat slechter had kunnen aflopen besef ik me hoe onvergeeflijk het hier kan zijn. De maandelijkse brand- en reddingsoefeningen zijn misschien zo gek nog niet.

Zelf leer ik langzaam mijn eigen grenzen kennen, probeer ik niet te impulsief te zijn (laten we de sneeuwduik om 03:00 uur ’s ochtends vorige week maar even vergeten), en voorzichtig te plannen en experimenteren als ik naar buiten ga. Op zondagen ga ik hardlopen, en beetje bij beetje lukt het me om mijn vingers en tenen zwetend te houden terwijl ik met -35°C toenemende afstanden door de sneeuw ploeter. Andere handschoenen, een reserve sneeuwbril, toch extra batterijen mee voor de radio, extra laag over de benen, maar een laag minder aan de bovenkant: het is een mooie manier om kennis te maken met deze nieuwe, strenge omgeving.


Als ik ga hardlopen, dan is dat vaak enkele kilometers van het station vandaan. Volledig ingepakt om mezelf te beschermen staar ik dan vol verwondering door mijn halfbevroren bril nog eens over die eindeloze, bewegingloze zee van ijs. Niets aan de horizon, bar, verlaten, kouder dan waar dan ook op aarde en geen enkel teken van leven behalve mijn eigen gehijg. Het zijn typisch deze momenten dat ik het me realiseer, net zoals tijdens de trip naar Little Dome C, of tijdens het verzamelen van sneeuwmonsters met de glaciologen ver van het station. Dan realiseer ik me weer waar ik ben, en hoe kwetsbaar eigenlijk. Dan is het allemaal inderdaad niet zo vanzelfsprekend meer.

Onderweg naar Little Dome C vraag ik me nog eens af waar ik ben, en wat ik met mijn handen moet doen. Het doet me een beetje denken aan de Matrix white room.

Maar het zijn juist die momenten die me eigenlijk nog het meest enthousiast maken over dit alles. Net een boek gelezen over NASA’s Apollo programma moet ik telkens denken aan wat Buzz Aldrin had gezegd op het moment dat hij zijn eerste stappen op de maan zette: “Magnificent desolation”, een schitterende verlatenheid. Het omschrijft het voor mij perfect. Het voelt als een enorm voorrecht om hier een jaar te mogen wonen, op deze ongelooflijk bizarre en verlaten plek. En terwijl ik me vasthoud aan dat gevoel, kan ik alleen maar fantaseren over hoe bijzonder de winter wel niet moet zijn. Die is nog niet eens begonnen…

Mijn uitzicht vanuit het ESA lab. Een haast nep-zo-heldere horizon op een prachtige zomeravond. De halo rond de zon is een reflectie van minuscule ijskristallen die door de lucht dwarrelen. Een schitterende verlatenheid!
Stijn Thoolen