Bekijk alle cursussen en congressen

Er zijn 5 aankomende evenementen
Als eerste erbij zijn?
Blijf op de hoogte via onze nieuwsbrief.

Journey to the end of the world

Stijn Thoolen is door de European Space Agency (ESA) geselecteerd om van november 2019 tot en met begin 2021 onderzoek te doen op Concordia, Antartica. In de maanden in aanloop naar en tijdens dit avontuur zullen we zo nu en dan een update van Stijn ontvangen over zijn bevindingen op dit kleine, geïsoleerde stukje wereld. Vandaag het derde stuk: waarin hij ons meer verteld over het leven in zijn nieuwe thuis: Concordia.

Het einde van onze wereld zit vol verassingen…

13 november 2019, Oost-Antarctische ijskap

Mijn arm is er eigenlijk al een tijdje klaar mee om iedere twee minuten het vers gevormde ijs van mijn vliegtuigraampje weg te moeten wrijven, maar ik ben te enthousiast om er mee te stoppen. Het is namelijk haast niet te geloven. Overal waar ik kijk is ijs. We vliegen nu al zo’n drie uur lang op 5000 meter hoogte over dit plateau, met al die tijd helemaal niets aan de horizon. En zelfs die lijkt op sommige momenten te verdwijnen door de onwerkelijke manier waarop het altijd-aanwezige zonlicht de wolken en het ijs laat samensmelten. Een oneindige bewegingloze oceaan van ijs, die van ons eigenlijk weinig overlaat. Ik vraag me nog af of de piloten wel enig idee hebben waar we zijn, als plotseling in de verte de twee bekende torens tevoorschijn komen. Concordia! Mijn nieuwe thuis! En als ik al verwachtingen had door alles wat ik aan voorbereidingen had getroffen de afgelopen maanden (jaren), dan waren die nu flink overtroffen. Wat een bijzondere en bizarre plek, midden op dat plateau, uit het niets: dat hier mensen wonen

1000 kilometer ijs in alle richtingen, dat mensen hier kunnen wonen! Credits: ESA/IPEV/PNRA–S. Thoolen

Kun je je echt voorbereiden op een reis naar het einde van de wereld? Ik hoop toch niet dat al die inspanningen de afgelopen tijd voor niets zijn geweest, maar met al die verrassingen de afgelopen dagen begin ik er een beetje aan te twijfelen. Sinds onze aankomst in Christchurch, Nieuw-Zeeland, drie dagen eerder was het ineens weer zo vreselijk snel gegaan. We waren het vliegveld nog niet uit, gaar, ge-jetlagged, en snakkend naar een lekker bed, toen het IPEV/PNRA-ontvangstcomité ons vrolijk kwam vertellen dat onze volgende vlucht naar Mario Zucchelli vanwege de opkomende katabatische winden (ik moest het ook even opzoeken) vervroegd was naar vandaag. Hier is je tas met pooluitrusting, de sleutel van je hotelkamer waar je geen gebruik van kan maken, briefing over twee uur, boarden over vier uur, succes!

Weer zo’n confrontatie met de realiteit, die toch een beetje anders liep dat ik misschien zou willen. En ergens was ik wel gerustgesteld dat ik mijn vier crewgenoten ook verdwaasd om zich heen zag kijken. Van de vermoeidheid werd de situatie ook niet echt overzichtelijker, en misschien is het dan zo slecht nog niet dat je het allemaal toch niet in de hand hebt. ‘C’est l’Antarctique’, werd er gezegd. Oftewel, niet zeiken, je doet het er maar mee.

Dus vooruit dan maar, daar gaan we weer. Vlug wat van de welkomstborrel (het laatste avondmaal) naar binnen proppen, zenuwachtig wat warme kleding bij elkaar improviseren voor onze aankomst in de kou, nog even op de foto met een vreemdeling die denkt dat ik een poolheld ben (zelf weet ik het allemaal allang niet meer), en dan met volle vaart en oogkleppen op richting Hercules C130 voor een derde nacht in het vliegtuig.

Ik vind het maar een vreemde gewaarwording. Overal om me heen dringt de realiteit zich op, en overal om me heen zie ik Antarctica: Antarctica hotel, Antarctica terminal, Antarctica posters en Antarctica foto’s compleet met Antarctica spreuken, en zelfs Antarctica als bestemming op de bus (maar hoe dan?). Tegelijkertijd voelt de hele scene onwerkelijk (alles is zo nieuw, dat ik het eigenlijk maar moeilijk verwerkt krijg). In het donker, in de regen, in mijn poolpak. Alsof ik weer eens in een film beland ben. Ik laat me maar net als al die andere rode en blauwe poolpakken door de Italiaanse militairen het vrachtvliegtuig in duwen. Zij aan zij, elleboog in mijn gezicht, voeten tussen tassen bekneld, en de spullen van de cameraman (het lijkt wel serieus allemaal!) op mijn schoot, zodat de Koreanen en de Franse minister van wetenschap ook nog even mee kunnen. Onwerkelijk, maar wat enorm cool! Mijn lichaam zou wel willen, maar slapen kan ik nu eigenlijk ook niet meer. Ik voel me enorm goed. Dat ik dit allemaal mag mee maken! En terwijl ik geniet van alles wat er om me heen gebeurt, zet ik er maar een passend, cool muziekje bij op: Creedence Clearwater Revival – Run through the jungle.

Ik voel me wederom alslof ik in een film zit. Credits: ESA/IPEV/PNRA–S. Thoolen
Gewoon, een vluchtje over Antartica, normalen wordt het niet. Credits: ESA/IPEV/PNRA–S. Thoolen

Na een vlucht van een uur of zes in dat vliegtuig kijk ik naar buiten, en verbaas ik me over de ‘bergen’ die beneden ons boven de wolken uitsteken. Zodra ik mezelf herpakt heb (ik ben op dit moment niet de snelste meer), besef ik me dat hier helemaal geen bergen of wolken zouden moeten zijn. We vliegen over ijs, en dit is (toch echt) Antarctica.

Mijn eerste stappen, mental moe en overdonded bij het zicht van kust station Mario Zuchelli, om 04:00 uur ‘s ochtends Credits: ESA/IPEV/PNRA–C. Marie-Sainte

Het was hier allemaal zo anders dan wat ik ooit eerder had gezien, en ik voelde me eigenlijk continue blij verrast. Verwonderd. Ik probeerde al die prachtige nieuwe indrukken maar zo goed mogelijk in me op te nemen, en in Mario Zucchelli hadden we daar gelukkig twee dagen de tijd voor, voordat we onze reis zouden vervolgen naar Concordia. Opgewekt door de ongerepte, ongekende, bijna buitenaardse natuur en de realisatie dat we op zo’n bijzondere plek waren beland, werden onze verwachtingen ook die dagen overtroffen.


29 december 2019, Concordia

Inmiddels ben ik hier anderhalve maand, op deze bijzondere plek. Thuis zijn familie en vrienden geïnteresseerd: is het allemaal wat ik ervan verwacht had? En ik realiseer me dat ik die vraag maar lastig kan beantwoorden. Wat waren eigenlijk mijn verwachtingen? Had ik die wel, of was het alleen maar nieuwsgierigheid? Of heeft Antarctica er al korte metten mee gemaakt?

Dat heeft de tijd hier me inmiddels wel duidelijk gemaakt. Het gaat hier niet bepaald zoals je gewend bent, of zoals je soms graag zou willen. Ideeën en plannen worden continue gewijzigd. Te veel factoren (weer, logistiek, cultuur, verzin het maar) hebben hier meer te zeggen dan jij, en dat kun je maar beter voor lief nemen. Het veelvuldig gebruikte ‘C’est l’Antarctique’ is dan de prachtige manier om te zeggen dat je je verwachtingen maar beter achter je kan laten, dat je maar beter niet te veel probeert vast te houden aan je oude denkpatronen. Dan word je ook niet zo teleurgesteld. In ieder geval maakt het de verassingen op het einde van onze wereld een stuk mooier.

Ontdekkers van een nieuwe wereld, al waren we misschien niet de eersten. Credits: ESA/IPEV/PNRA–S. Thoolen

Misschien is alleen dat het hele avontuur al waard. Eén de positieve psychologische effecten die poolreizigers kunnen ervaren wordt in de literatuur beschreven met de term ‘salutogenesis’. Ofwel, je leert op een manier te denken die bijdraagt aan een fysieke en mentale gezondheid, op basis van een toegenomen begrip voor de wereld om je heen, en vertrouwen dat dingen goed zullen aflopen. Door blootstelling aan al die verassingen, een positieve stress, leren we beter omgaan met nieuwe, soms moeilijke situaties, en worden we beter in het oplossen van problemen. We worden er flexibel van. De uitdagingen van een nieuwe wereld kunnen ons helpen om te groeien.


Misschien geldt voor ons als crew wel hetzelfde dit jaar. De verwachtingen lijken soms hoog, over wat er op tafel moet staan, wat we wel en niet tegen elkaar mogen zeggen, of hoe we onze tijd moeten doorbrengen om een hechte bemanning te worden. Ik denk graag dat zulke hoge verwachtingen enkel onze gedachten kunnen vullen, en ons minder ontvankelijk kunnen maken voor nieuwe dingen, minder tolerant voor de verschillen tussen ons. Als het dan toch even anders gaat dan bedacht (zolang er geen 12 Stijn’s op dit station wonen lijkt me dat onvermijdelijk), is de kans op teleurstelling groot. Op zo’n manier zouden we alle mooie dingen die we nog kunnen leren van elkaar missen. Maar als we open staan voor die verassingen aan het einde van onze wereld en onszelf toestaan om te leren, en dat is toch wel waarom ik in dat vliegtuig ben gestapt, dan wordt het ongetwijfeld een prachtig jaar. C’est per slot van rekening l’Antarctique.

Stijn Thoolen