Bekijk alle cursussen en congressen

Er zijn 5 aankomende evenementen
Als eerste erbij zijn?
Blijf op de hoogte via onze nieuwsbrief.

Tot ziens Wereld, tot ziens Zon

Stijn Thoolen is door de European Space Agency (ESA) geselecteerd om van november 2019 tot en met begin 2021 onderzoek te doen op Concordia, Antarctica. We krijgen zo nu en dan een update van Stijn ontvangen over zijn bevindingen op dit kleine, geïsoleerde stukje wereld. Vandaag het vijfde stuk: waarin hij zich voorbereidt op de winter op Antarctica.

Concordia, 7 februari 2020
Zonlicht: 24 uur (maar niet lang meer)
Gevoelstemperatuur: -45°C
Gemoedstoestand: een beetje achtbaan

Op dit moment ben ik vooral enthousiast. Naast mij hebben de anderen van de DC16 crew hun eigen emoties. Onze zojuist geïnaugureerde stationsleider Alberto heeft zichzelf versierd in de kleuren van onze drie nationale vlaggen. Hij kwam met het idee om onze volksliederen af te spelen op het moment dat het laatste vliegtuig van de zomerperiode Dome C verlaat. Dus daar sta ik dan, luisterend naar mijn eigen stem die op maximaal volume een Nederlandse vertaling van iets te veel vaderlandsliefde door de speakers van het station uitkraamt, en met het Wilhelmus schreeuwend over de Antarctische ijskap als officiële start van onze overwintering. Haha, wat een onwerkelijk scenario! En terwijl dat lawaai snel overrompeld wordt door de gierende motoren van het vliegtuig, en de sneeuw in mijn gezicht snijdt, kan ik alleen maar lachen. Daar gaat onze laatste verbinding met de rest van de aarde, steeds kleiner, de verte in. Ongelooflijk!

Het laatste vliegtuig heeft ons verlaten, ik weet niet wat ik moet denken…Credits: ESA/IPEV/PNRA–S. Thoolen

Ik geloof dat ik op dit punt al mijn emoties al wel verbruikt hebt. Musikaal intermezzo: Yusuf/Cat Stevens – All kinds of Roses. Steeds meer vliegtuigen hebben de afgelopen dagen steeds meer van de prachtige mensen met wie we onze zomer hebben doorgebracht weggevlogen, en in het station is het alsmaar stiller geworden. Een grappig idee. Zij waren alweer op weg terug naar huis, en ik heb het idee dat we pas net begonnen zijn… Aan de ene kant maakt het me enthousiast, maar hoe dichterbij het laatste afscheid kwam, hoe groter de confrontatie aan de andere kant. Toen twee dagen geleden een vliegtuig vertrok met nog eens zestien zomergasten was het afscheid zwaar, en overal waren weer tranen. Je weet wel, die gezonde tranen. Toen het vliegtuig eenmaal was vertrokken, ontstond een stille aftocht richting station voor hen die op het ijs achterbleven, iedereen in zichzelf gekeerd, in eigen gedachten verzonken. Het waren een intense paar zomermaanden geweest, en dit was het vreemde moment van realisatie dat het tot een einde gekomen was, en met een grote onduidelijk in het verschiet. Een mengsel van gevoelens dat veel weg had van wat ik had ervaren in de dagen voor mijn vertrek naar Antarctica. Misschien wat minder zwaar deze keer.

De laatste weken hebben we geprobeerd ons op dit moment voor te bereiden. De laatste dozen vers voer uitladen, een laatste rondleiding per sneeuwscooter (aan de rechterzijde zie je sneeuw, aan de linkerzijde zie je ook sneeuw) om er zeker van te zijn dat we alle belangrijke locaties voor de winter hebben gezien voor bijvoorbeeld noodgevallen, een training afvalverwerking opdat het terug naar Frankrijk kan worden verscheept volgend jaar, nog net op tijd een laatste aantal reserveonderdelen, en dan eindelijk de verzameling biomedisch materiaal van afgelopen jaar met het vliegtuig meegestuurd voor analyse in Europa. En hoewel we het erover eens zijn dat de zomer over het algemeen goed verlopen is, en sommige veranderingen blijkbaar wat tijd nodig hebben om te verwerken, kijken we allemaal eigenlijk met name uit naar wat er komen gaat. Dit is ten slotte waar we voor gekomen zijn!

Nu met slechts twaalf zal het leven hier een stuk anders zijn. Eindelijk onze eigen kamer, ons eigen ritme, wat welverdiende rust na de drukke zomerperiode, maar vooral een enorme ervaring die ons nog te wachten staat (isolatie, opsluiting, eentonigheid, je weet waar ik enthousiast van word…)! Reden genoeg om dat enthousiasme te beantwoorden met onze eerste overwinteringsfoto op het dak, en later wat glühwein op diezelfde plek, genietend van de prachtige zon nu dat nog kan.

DC16 crew aan het oefenen voor de winter!…Credits: IPEV/PNRA/S. Guesnier

Niet alleen de meer ontspannen groepsdynamiek en persoonlijke interactie in het station zijn een aangename verandering. Tekenen van de naderende winter zijn overal zichtbaar. Nu de zon richting horizon kruipt (haast niet te geloven, maar vanaf de eerste zonsondergang verliezen we blijkbaar zo’n 25 minuten aan zonlicht per dag!), beginnen allerlei kleuren de hemel te versieren. Lichtblauw is donkerblauw geworden, wit nu grijs, en voorzichtig heeft de lucht wat geel vertoond. Dat geel is inmiddels oranje te worden, gespiegeld door rood en paars aan de andere kant. Het is een werkelijk spektakel, en het heeft me doen denken dat deze drie-uur durende zonsondergangen misschien wel specialer zijn dan de drie maanden durende duisternis die ons nog te wachten staat.

Vanuit het ESA lab zie ik de zon iedere dag lager komen. De vogel zou beter eens kunnen vertrekken nu!…Credits: ESA/IPEV/PNRA–S. Thoolen
We hebben hier de luxe van drie uur durende zonsondergangen, erg bijzonder als je buiten aan het wandelen bent! Credits: ESA/IPEV/PNRA–S. Thoolen
En terwijl de zon vertrekt, verwelkomen we de maan. Credits: ESA/IPEV/PNRA–S. Thoolen

Inderdaad, we kunnen maar beter van deze veranderingen genieten nu dat nog kan. Terwijl we dat laatste vliegtuig op 7 februari uitzwaaien, lijken we allemaal werkelijk alleen gelaten, en dan niet alleen fysiek. Dus, na enkele ongemakkelijke blikken, net als toen we elkaar voor het eerst als crew ontmoette tijdens onze training in Europa (‘dus met jullie ga ik de komende negen maanden doorbrengen…’), besloten we dat er eigenlijk maar één echte oplossing was. En daar stonden we dan, terwijl het vliegtuig langzaam in de verte verdween, dansend, op Britney Spear’s Toxic. Ongelooflijk dat zelfs zulke nummers van waarde kunnen worden…

Stijn Thoolen