Bekijk alle cursussen en congressen

Er zijn 5 aankomende evenementen
Als eerste erbij zijn?
Blijf op de hoogte via onze nieuwsbrief.

Kritische zelfevaluatie

Ongevallencijfers bij bergwandelaars – Bergwandelen is de populairste bergsportactiviteit in de Alpen tijdens het zomerseizoen en het aantal wandelaars groeit met de jaren. Miljoenen wandelen en klimmen op gemarkeerde paden en in eenvoudig terrein zonder paden om zich tegoed te doen aan de frisse berglucht en de mooie natuur. De NKBV (Nederlandse Klim en Bergsport Vereniging) zette in hoogtelijn 2 / 2021 de cijfers op een rij, onderstaande artikel is met toestemming overgenomen.

In een studie uit 2017 van Dr. Martin Faulhaber van het Institut für Sportwissenschaft aan de Universiteit van Innsbruck, werden de omstandigheden van dodelijke en niet-dodelijke bergwandelongevallen als gevolg van een val geanalyseerd. De onderzoekers keken naar alle gedocumenteerde valpartijen in Oostenrijk, in een periode van negen jaar (2006-2014). Er werden 5368 ongevallen beoordeeld met in het totaal 5665 slachtoffers.

De onderzoekers zagen een duidelijke toename in het aantal jaarlijkse niet-fatale ongevallen, en een zeer stabiel aantal fatale ongevallen per jaar, met een afname in de mortaliteitsindex (aantal fatale ongelukken/totaal aantal ongelukken) van 7,2 procent in 2006 naar 4,4 procent in 2014.

Mobiel bereik
Het feit dat het aantal fatale valpartijen niet echt toenam over de jaren, maar het aantal niet-fatale wel, werd verklaard door de dekking van het mobiele netwerk. De verkregen data zijn namelijk gebaseerd op noodoproepen, die in 77,1 procent van de gevallen werden gedaan met een mobiele telefoon. Dankzij een beter mobiel netwerk kunnen mensen steeds vaker een ongeluk melden met hun mobiele telefoon. Hiermee stellen de onderzoekers dat de geregistreerde toename niet een werkelijke toename van ongelukken is, maar dat het mogelijk voortkomt uit eenvoudiger melden. Helaas kunnen we deze vraag niet objectief beantwoorden, omdat er geen getallen zijn van het aantal mensen dat in de bergen was en omdat mensen die bijvoorbeeld met een wond of kneuzing zelf naar het dal terug konden komen, in het begin niet werden geregistreerd.

Ongevallen als gevolg van een val
Ondanks dat jaarlijks ongeveer 40 miljoen mensen al wandelend van de Alpen genieten, legde de ongevallenregistratie vooral de nadruk op het winterseizoen. De studie van Faulhaber e.a. uit 2017 is de eerste die zich richt op de omstandigheden van fatale en niet-fatale bergwandelongevallen als gevolg van een val. Tevens keken ze naar de kenmerken van de slachtoffers, met bijzondere aandacht voor geslachts- en leeftijdsgebonden verschillen. De NKBV heeft ook een ongevallenregistratie: alle fatale ongevallen van NKBV-leden worden geregistreerd. Wanneer we naar die data kijken en selecteren op bergwandelen/ bergsteigen en alpinisme, bevat de database 70 fatale slachtoffers over een periode van 21 jaar (1999-2019). Als we dan specifiek selecteren op vallen, komen we op 46 slachtoffers in 21 jaar. (Zie figuur 2.) Dit zou betekenen dat als we rekenen met de mortaliteitsindex uit de studie van Faulhaber, er gemiddeld zo’n 55 NKBV-leden per jaar een ongeval hebben in de bergen. Dat kan een moment van schrik zijn tot levensbedreigende verwondingen.

Data vergelijken
De fatale ongevallen van NKBV-leden in de Alpen in de periode 2006-2014 komen waarschijnlijk ook voor in het onderzoek van Faulhaber. Ondanks deze bias kunnen we toch wat zeggen over de overeenkomsten van deze studie met onze Nederlandse registratie. Zo is in het merendeel van de gevallen één slachtoffer betrokken (80% in de bekende gevallen). Ook valt het merendeel van de slachtoffers tijdens de afdaling (76% in de bekende gevallen). Mannen hebben ook in onze database een grotere kans om te overlijden aan een val dan vrouwen (87% versus 13%), maar waar onze data afwijken van die van Faulhaber is dat de gemiddelde leeftijd van de slachtoffers bij ons lager ligt. De gemiddelde leeftijd van Nederlandse slachtoffers is 41 jaar, ten opzichte van 57 jaar in de studie van Faulhaber. Kijkend naar de verdeling van de leeftijd in figuur 3 kunnen we zien dat er twee pieken zijn: de eerste in de leeftijdscategorie 20-35 jaar en de tweede in de leeftijdscategorie 55-60 jaar. Wat verder opvalt, is dat het aantal slachtoffers dat is gestruikeld, in de groep ouder dan 40 jaar bijna twee keer zoveel is als in de groep onder de 40
jaar. Ondanks de beperkte Nederlandse data lijkt, zoals ook in de Oostenrijkse data, een dalende trend te zijn ingezet voor wat betreft de fatale ongelukken. We moeten wel bekennen dat deze dalende trend in beide gevallen niet significant is, wat betekent dat de minimaal dalende trend ook gewoon toeval kan zijn.

Alles voor de top
Het mag duidelijk zijn dat valpartijen een relevante oorzaak zijn van fatale ongelukken in de Alpen. Het is belangrijk je te realiseren dat de afdaling de meeste gevaren met zich meebrengt. Een verklaring hiervoor zou kunnen zijn dat voor veel wandelaars en klimmers het hoogste punt het doel is en dat daar disproportioneel veel inspanning in wordt gestoken, waardoor er voor de terugweg minder kracht en energie overblijft. Terwijl de manier waarop je je spieren gebruikt bij het afdalen, de zogenaamde excentrische contractie, veel lastiger is voor veel mensen. En dat velen hier dus minder getraind in zijn. Dit kan daarom een aandachtspunt zijn in je voorbereiding op een tocht. Ook een goede tochtplanning, met de juiste tijdsinschatting en regelmatige pauzes, kan de spieren genoeg rust geven voor de volgende fase in de tocht en het risico op vallen verminderen. Voor bergsporters met chronische aandoeningen en/of medicatie die geen ervaring hebben met bergsportactiviteiten, is het belangrijk dat zij inzicht krijgen in hun eigen conditie: is deze voldoende voor de gewenste prestatie? Een sportmedisch onderzoek, uitgevoerd door een sportarts, is hiervoor een goede meting. Tijdens dit onderzoek wordt aandacht besteed aan de combinatie van sporten met een aandoening en/of wat de effecten van de medicijnen kunnen zijn op de te leveren inspanning.

Zelfkennis
Voor iedereen, maar voornamelijk voor de mannelijke wandelaars of klimmers geldt: zorg voor een kritische zelfevaluatie van je capaciteiten en vaardigheden en koppel dit aan de tochtplanning. Houd rekening met niet-alledaagse obstakels, bijvoorbeeld het oversteken van een sneeuwveld met gewone wandelschoenen, en vermijd risicogedrag. Om hieraan te kunnen voldoen, is het van belang dat een bergwandelaar/klimmer op dit specifieke gebied beschikt over zelfkennis. Hiermee bedoelen we dat je ervaring hebt met het functioneren van je lichaam wanneer je vermoeid bent. En dat je weet wat je huidige fitheidsniveau is. Kennis van de topografie, terreineigenschappen en hoogte zijn ook erg belangrijk. En ervaring. Hoewel dat laatste ook een valkuil is, omdat opgedane ervaring in het verleden geen garantie biedt voor de huidige situatie. Als je in je jonge jaren veel in de bergen bent geweest, maar daarna een periode niet door werk of een jong gezin, moet je als je weer de bergen in gaat, opnieuw ervaring opdoen.

Oefeningen
De NKBV is vorig jaar begonnen met een voorlichtingscampagne om bergwandelaars en klimmers te helpen zo fit en sterk mogelijk de Alpen in te gaan. Zelfkennis, bewust zijn van de eigen gezondheid, spierkracht en conditie, zijn hierbij belangrijke onderwerpen. Iedereen kan aan krachttraining doen, ongeacht je leeftijd. Elke bergwandelaar heeft bijvoorbeeld baat bij een serie squats, waarbij je vanuit een staande positie langzaam in je knieën en heupen buigt, zonder je knieën voorbij je tenen te laten komen (zogenaamde excentrische spiercontracties). Met deze eenvoudige oefening train je je bovenbenen voor de afdaling. Kijk voor meer informatie en oefeningen op nkbv.nl/fit.

Tekst: Remco Berendsen (Medische Commissie NKBV)

Bronnen en literatuur
• Faulhaber, M., et al., Fall-related accidents among hikers in the Austrian Alps: a 9-year retrospective study. BMJ Open Sport Exerc Med, 2017. 3(1): p. e000304.
• Staying Safe While Hiking in the Mountains, op tyrol.com. Te bekijken via cutt.ly/qkzzLYA

De sportartsen die namens de NKBV hierbij betrokken zijn:
• Marieke van Vessem, sportarts i.o., Máxima Medisch Centrum, Veldhoven.
(sportartsen.secr@mmc.nl)
• Dieke Kok, Alrijne Ziekenhuis, Leiderdorp. (sportgeneeskunde@alrijne.nl)

Dit artikel stond in de hoogtelijn editie 2 van 2021 van de NKBV (Nederlandse Klim en Bergsport Vereniging), het is met toestemming overgenomen. Zie deze link voor de originele verise: link naar hoogtelijn 2 /2021.