Stijn Thoolen is door de European Space Agency (ESA) geselecteerd om van november 2019 tot en met begin 2021 onderzoek te doen op Concordia, Antarctica. We krijgen zo nu en dan een update van Stijn ontvangen over zijn bevindingen op dit kleine, geïsoleerde stukje wereld. Vandaag het zesde stuk: waarin hij ons bijpraat over zijn overwinteringservaringen en de isolatie van de rest van de wereld, én de COVID-19 uitbraak.
Concordia, 7 april 2020
Zonlicht: zo’n 10 uur
Gevoelstemperatuur: -72°C
Gemoedstoestand: prima
Het is best wel vreemd om hier te zijn, op het enige continent niet aangedaan door het Corona virus. Met alles wat er op het moment gaande is in de rest van de wereld, voel ik me nu nog meer afgezonderd dan dat we al zijn. Hier gaat het leven gewoon door. Ondanks dat het voor sommigen van ons hier ook niet makkelijk is geweest, om niet te kunnen delen in deze ervaringen of om hulp te kunnen bieden thuis aan diegenen die het zouden kunnen gebruiken, blijkt uit de berichten dat wij hier ineens beter af zijn!
En ik moet inderdaad toegeven. Zelfs al zitten we hier vast voor negen maanden zonder enige mogelijkheid tot evacuatie, met beperkte middelen, een verstoorde werk/vrijetijdsbalans, een bedreigende omgeving buiten, zowel fysieke als sociale eentonigheid, en een groep mensen met de meest uiteenlopende achtergronden die relatief vreemd is van elkaar (nu ik dit lees vraag ik me af of de situatie zo anders is voor jullie), voor ons was het tenminste een keuze…
Laat ik dus maar beginnen te zeggen dat ik werkelijk hoop dat het goed gaat met jullie. Isolatie en opsluiting komt met allerlei stressoren, afwijkingen van de normale situatie zou je kunnen zeggen, die van ons lichaam en geest nogal wat aanpassingsvermogen vragen. Gezien de zo plotselinge verstoring die de Corona uitbraak heeft veroorzaakt, kan ik me voorstellen dat dat niet bepaald gemakkelijk is.
En terwijl onze ervaringen zo anders zijn, en ondanks dat ik me waarschijnlijk even onwetend voel als jullie over hoe met al die stressoren om te gaan (wij zijn ook pas sinds twee maanden op onszelf aangewezen), is dit misschien een goede tijd om wat van mijn eigen gedachten over isolatie in Concordia met jullie te delen.
Een tijd geleden stuitte ik op een verhaal over de 1897-1899 Belgische Antarctische expeditie, en ik vond dit best illustratief voor wat ik zelf heb overwogen om mijn overwintering tot een goed einde te brengen dit jaar. Antarctica was in die tijd nog voornamelijk onbekend gebied. De zuidpool was nog niet bereikt, en de meedogenloze omgeving zorgde ervoor dat veel expedities uitliepen op teleurstelling. Gericht op verkenning en wetenschap, was deze expeditie geen uitzondering. Toen hun schip de Belgica vast kwam te zitten in het pakijs van de Bellingshausenzee, werd de 19-koppige bemanning geforceerd om als eerste in de geschiedenis de winter door te brengen binnen de zuidpoolcirkel, en je kunt je wel voorstellen dat ze daar slecht op voorbereid waren. Het moet een hele uitdaging geweest zijn, stel ik me zo voor. Expeditiearts Frederick Cook beschreef symptomen van depressie, prikkelbaarheid, hoofdpijn en slapeloosheid onder de bemanningsleden, en was eigenlijk de eerste die in een beschrijving voorzag van het zogenaamde ‘winterover syndrome’.
“The curtain of blackness which has fallen over the outer world of icy desolation has also descended upon the inner world of our souls” – Frederick A. Cook, 1900
De vreemde en extreme omgeving van Antarctica, net als in de ruimtevaart, heeft inderdaad een sterk vermogen om ons systeem te ontregelen. Symptomen als vermoeidheid, hoofdpijn, slaapproblemen, verminderde cognitie, negatieve emoties zoals depressie, angst en woede, en interpersoonlijk conflict zijn allemaal beschreven bij poolreizigers. Zulke symptomen zijn meestal meer uitgesproken gedurende de strenge wintermaanden, als de stressoren het sterkst zijn. Vandaar het ‘winterover syndrome’. Voor de overwinteraars van 1898 beredeneerde Dr. Cook dat zij het tegenovergestelde van die strenge winteromgeving nodig hadden. Blijkbaar met goed resultaat schreef hij hen een dieet voor van melk, vers vlees (arme pinguïns) en cranberrysap, evenals lichaamsbeweging, warmte en licht. Interessant vond ik, niet zozeer zijn opmerkelijke ‘baking treatment’ waarbij hij de bemanning naakt rondom een open vuur liet zitten, maar meer vanwege de manier waarop het laat zien hoe afhankelijk we zijn van onze omgeving, en beperkt in ons aanpassingsvermogen. In andere woorden, om zulke aanpassing te ondersteunen zouden we misschien een omgeving moeten creëren die ons wat meer vertrouwd is.
Voor hier in Concordia, of misschien voor zoiets afwijkends en onverwachts als een Covid-19 lockdown, kan ik me voorstellen dat het idee vergelijkbaar is. Ik probeer daarom een dagelijks ritme aan te houden vol activiteiten die de wereld waar we vandaan komen een beetje nabootst. Ik probeer op vaste tijden op te staan en naar bed te gaan voor een betere slaap en om mijn biologische klok niet te veel te laten ontregelen (zonder zonlight is die nog meer afhankelijk van sociale input), en terwijl ik mezelf in de avonduren zoveel mogelijk van heldere computerschermen onthoud, staat een daglichtlamp klaar in het ESA-lab voor de meest donkere maanden. Elisa, onze kok, maakt voor ons twee keer per dag vrij gebalanceerde maaltijden klaar, en ondanks dat ik moet toegegeven dat mijn porties hier nogal zijn toegenomen (hoogte plus kou is veel verbande calorieën), neem ik extra vitamine D om te compenseren voor het tekort aan zonlicht. Zo’n drie keer per week ga ik naar de sportschool (het is wat te koud geworden buiten) om mezelf fysiek te stimuleren, en als ik niet aan het werken, slapen, eten of bewegen ben, probeer ik mijn zintuigen en verstand wakker te schudden door een visite aan de schitterende wereld buiten, of door samen spelletjes te spelen, of een boek te lezen. Sociaal gezien probeer ik in contact te blijven met mijn vrienden en familie thuis, en met de crew hebben we regelmatig videogesprekken met scholen, en zelfs met elkaars families. We zijn nu eenmaal sociale wezens, en we kunnen gemakkelijk vereenzamen als we ons niet onderdeel voelen van de groep (welke groep dat dan ook mag zijn…) Ten slotte, om de overmatige stress hier wat te verlichten, probeer ik iedere ochtend te mediteren, en om vergelijkbare redenen hebben we hier zelfs een sauna (ja, sauna) open op zondagen. Misschien is het hier dan toch een paradijs…
En hoewel ik graag geloof dat het onderhouden van zo’n routine ons al een handvol aan bezigheden aanreikt die ons kan leiden van de saaiheid en ongevulde tijd hier (wat misschien wel meer stress oplevert dan geen tijd), vraag ik me af of het genoeg zal zijn om ons door die negen eentonige maanden heen te loodsen. Thuis verandert de wereld om ons heen voortdurend, en worden we elke dag van nieuwe input voorzien. Nieuwe mensen, weersveranderingen, nieuwe geuren, nieuwe smaken, nieuwe projecten, nieuwe wat dan ook. Naast alleen routine is zulke nieuwigheid of verrassing misschien wel even belangrijk om te voorkomen dat we onderprikkeld raken. Het vereist alleen wat creativiteit misschien…
Maar al dit soort dingen doen waarvan je dat thuis niet gewend bent is niet altijd gemakkelijk. Vanuit een psychologisch oogpunt (en dat is denk ik waar je echt het verschil kan maken) vereist dat inspanning. Soms wil je misschien op een manier handelen die voordelig voor je lijkt, maar eigenlijk een tegenovergesteld effect heeft op de lange termijn (ik geloof dat we dat allemaal wel herkennen, niet?). Dat is voor mij persoonlijk misschien wel de grootste uitdaging dit jaar: om de motivatie te behouden om die discipline op te kunnen brengen, om dat ‘grotere plaatje’ te zien, en te blijven beseffen wat me hier in de eerste plaats gebracht heeft, met name tijdens die stressvolle wintermaanden. Het zijn met name die momenten dat we geneigd om ons op onszelf te richten, en we ons perspectief op de buitenwereld verliezen.
Dat is misschien ook wel de voornaamste reden dat interpersoonlijk conflict zo vaak voorkomt tijdens poolexpedities. Verschillen in geslacht, beroep, interesses, meningen: allemaal kunnen ze irritaties opleveren als we vergeten dat we niet allemaal hetzelfde zijn. We weten dat zulke relationele problemen onder de grootste stressoren vallen voor overwinteraars (inderdaad dus, we zijn nu eenmaal sociale wezens), dus beter brengen we die discipline op om ons flexibel en tolerant naar elkaar te kunnen blijven opstellen. Hier meer dan waar ook op aarde moeten we onze relaties actief onderhouden, door zowel gemeenschappelijke taken als privacy te respecteren, en stemmingswisselingen en meningsverschillen. Misschien waren die ongemakkelijke communicatieoefeningen en teambuilding activiteiten tijdens onze training zo gek nog niet, en hebben ze ons een beetje geholpen in onze poging elkaars acties en bedoelingen beter te begrijpen. Handelen in strijd met ons instinct is misschien niet altijd makkelijk, maar in die zelfbeheersing, zelfverbetering liever, zie ik mijn individuele morele verantwoordelijkheid dit jaar.
Een makkelijk jaar wordt het zeker niet, en we hebben nog genoeg maanden te gaan. Het zal een hoop flexibiliteit van ons vragen om te kunnen omgaan met deze vreemdheid, deprivaties en stressoren. Maar zoals ik in een eerdere blog heb genoemd, geloof ik dat dit alles ook zijn positieve kanten heeft. Zoals vaker gezien in expeditieleden die in Antarctica overwinteren, kan het delen en overwinnen van zulke uitdagingen ons een gevoel van vervulling en zelfvertrouwen geven, een toegenomen probleemoplossend vermogen, en zelfs sociale betrokkenheid tot anderen (hoe tegenstrijdig dat nu ook mag klinken…). We bevinden ons even uit het gemak van onze dagelijkse routine, en dat geeft ons de mogelijkheid om waardevolle dingen te zien die we normaal gesproken zo voor lief nemen. Het kan ons laten zien hoeveel we op elkaar aangewezen zijn, en hoe kwetsbaar we eigenlijk kunnen zijn. Een hele waardevolle ervaring, lijkt mij.
Dus misschien kunnen we ons voorstellen dat we deze dagen allemaal een beetje poolbewoner zijn, of astronaut als je liever hebt. Terwijl ik wens dat de schade die het Corona virus brengt snel tot een einde komt, en dat iedereen zijn persoonlijke uitdagingen te boven weet te komen, dan kan ik alleen maar hopen dat de huidige isolatie ervaring uiteindelijk ook iets met zich mee brengt dat we dan toch met elkaar kunnen delen. Dat gevoel van nederigheid, misschien moeten we dat dan het ‘Corona-over syndrome’ noemen…
In het geval dat je je na al die dagen binnen zitten net zo melig voelt als onze gesprekken aan de eettafel hier, dan is dit misschien het goede nummer om deze blog in stijl te eindigen: LEGO Movie 2 – Everything’s Not Awesome
Namens de DC16 crew hier in Concordia: we zijn misschien duizenden kilometers van jullie verwijderd, maar in gedachte blijven we dichtbij!